Peter De Roover

Kamerlid

In Turnhout, de hoofdstad van de Kempen, zag Peter De Roover in 1962 het levenslicht. Al na één week leeftijd volgde hij vader Jos en moeder Jeanne naar de Antwerpse rand, al zou het Kempisch thuis de voertaal blijven. De wonderen van het politieke bestel werden hem van kindsbeen af ingelepeld door zijn vader, die 18 jaar lang zetelde als gemeenteraadslid in Berchem, tot aan het Egmontpact voor de Volksunie en daarna als onafhankelijke.

In 1980 trok Peter naar de nimmer afdoend geroemde UFSIA, alwaar hij 4 jaar later zijn studies toegepaste economische wetenschappen succesvol afrondde. In die gouden periode was hij actief binnen het KVHV en richtte hij mee Vujo Groot-Antwerpen op. Na een korte passage bij de Volksunie zette hij zijn engagement voor de Vlaamse zaak verder in het middenveld, bij de VVB, waar hij het op 27-jarige leeftijd tot voorzitter schopte, wat hij negen jaar lang zou blijven.

Hij doorzwom allerlei watertjes binnen de Vlaamse beweging en werd ‘wereldberoemd in Vlaanderen’ als columnist en opiniemaker. Later was hij ook chef-politiek van het maandblad Doorbraak, dat zich onder zijn impuls omvormde tot een opgemerkt elektronisch nieuwsmedium. Naar eigen zeggen lijdt hij aan ‘klavierdiarree’, hetgeen resulteert in een haast onoverzichtelijke reeks artikels en een aantal (bijdragen aan) boeken. Zo schreef hij onder meer het visionaire ‘Vlaanderen staat in Europa’, samen met compagnon de route Jan Jambon.

Naast al die extracurriculaire activiteiten gaf Peter dertig jaar lang les in het secundair onderwijs in de Antwerpse Seefhoek en Deurne-Noord, een beroep dat hij in 2014 met pijn in het hart vaarwel zei om dan toch de stap naar de partijpolitiek te zetten. Jarenlang trekwerk aan zijn jas bleef dan toch niet zonder resultaat. Na twee jaar als Kamerlid werd hij gepromoveerd tot fractievoorzitter. In die hoedanigheid legde hij de laatste jaren de Vivaldi-regering het vuur aan de schenen, een strijd die hij belooft niet te zullen staken.

Hij groeide op in Berchem, woonde nadien decennialang op een steenworp van de Antwerpse ‘grens’ in Mortsel tot de lokroep van de liefde hem op inmiddels gezegende leeftijd naar ’t Stad voerde. Aan het Sint-Jansplein geniet hij sindsdien met verloofde Els van Doesburg – u misschien niet onbekend –van het mooie leven in de mooiste der steden.