U bent hier
Programma 2024
Dit is het programma van N-VA district Antwerpen:
Algemene uitgangspunten
1. Het district vormt het historisch hart van de stad Antwerpen en het district Antwerpen kent
vele rustige woonwijken maar ook levendige handels- en horecakernen, een studentenbuurt en een
bruisend stadscentrum. We houden in ons beleid rekening met de diverse woonbuurten en voeren
telkens een beleid op maat voor die specifieke wijken. Want oplossingen en maatregelen die voor de
ene wijk werken kunnen elders een averechts effect hebben.
2. In het district Antwerpen moet je kunnen wonen, werken en ontspannen. We vinden een evenwicht
tussen alle functies die de grootste centrumstad van Vlaanderen te bieden heeft. We respecteren de
rust van de bewoner in de woonwijken, maar willen ook dat het in deze stad mogelijk moet zijn om te
ondernemen en zich vlot naar het werk te verplaatsen, om als jongere op te groeien, er te studeren
en zijn studententijd te beleven en ook om er rustig oud te worden. We gaan de uitdaging om al deze
noden een correcte plaats te geven niet uit de weg maar zorgen ervoor dat dit alles in evenwicht
blijft.
3. Het district Antwerpen maakt niet alleen deel uit van de stad Antwerpen maar ook van de
Vlaamse gemeenschap en de Vlaamse natie. We beleven deze Vlaamse identiteit maar doen dit op een
uitnodigende manier voor nieuwkomers en mensen met een diverse achtergrond die naargelang de
omstandigheden niet altijd vertrouwd zijn met onze Vlaamse leidcultuur. We bieden hen alle kansen
om hieraan deel te nemen.
4. Onze gemeenschappelijke taal, het Nederlands, verbindt alle Antwerpenaren. Naast de wettelijke
taalregeling dienen alle evenementen en projecten waar het district subsidies aan verleent of aan
meewerkt het Nederlands als voertaal te gebruiken. Bij culturele evenementen waar een andere taal
een essentieel onderdeel vormt dient vertaling naar het Nederlands te worden voorzien. Wanneer we
gemeenschapsvormende projecten ondersteunen houdt dat in dat we nieuwkomers de mogelijkheid geven
om in het Nederlands te participeren en de taal verder te leren.
5. We ondersteunen in de eerste plaats de initiatieven die burgers nemen. Het district
ondersteunt, neemt waar nodig de regie mee in handen, maar treedt zo weinig mogelijk in de plaats
van burgers. Slechts daar waar een noodzakelijk aanbod ontbreekt neemt het district dit zelf op
zich. Het district is er voor de ondernemende burger in de breedste betekenis van het woord.
6. Het district is zich bewust van de uitdagingen die de klimaatverandering stelt. Een betere
waterbeheersing, verkoeling, groene ruimten, aangename verblijfplaatsen op het openbaar domein zijn
noodzakelijk om de stad in de toekomst leefbaar te houden. We geloven daarbij in de mogelijkheden
van wetenschap en techniek om die leefbaarheid te bevorderen en de impact op het huidige gebruik
van de openbare ruimte zo klein mogelijk te houden.
Openbaar domein
Een van de belangrijkste taken van het district is het beheer van het openbaar domein. Straten en pleinen aanleggen en onderhouden, garant staan voor veilige wegen. We kiezen daarbij voor een vlotte bereikbaarheid van alle wijken. We zorgen voor een goed aanbod aan deelmobiliteit en openbaar vervoer, maar hebben ook vertrouwen in de burger die hier de juiste keuzes maakt. Bij het beheer van het openbaar domein staat veiligheid voorop, zowel verkeersveiligheid als sociale veiligheid. Onze wegen moeten voor iedereen comfortabel en toegankelijk zijn, daarbij besteden we aandacht aan senioren en anderen die minder mobiel zijn. Een evenwichtig investeringsprogramma komt tegemoet aan de noden van de verschillende wijken.
7. Bij de aanleg van het openbaar domein primeert veiligheid, zowel sociale veiligheid als
verkeersveiligheid. De zwakke weggebruiker moet zich op een veilige manier door het district kunnen
verplaatsen. Waar nodig krijgen verkeersmodi daartoe aparte ruimtes op het openbaar domein. Waar
het verkeer gemengd verloopt vertrekt een ontwerp voor het lokale openbaar domein steeds vanuit het
veiligheidsoogpunt van de zwakke weggebruiker.
8. Kruispunten krijgen waar mogelijk een conflictvrije indeling. Waar dit niet kan moet bij
het ontwerp in de eerste plaats naar de zwakke weggebruiker worden gekeken.
9. Veiligheid en toegankelijkheid van het openbaar domein gaan hand in hand. We zorgen ervoor dat
onze straten, pleinen en parken ook voor de minder mobiele Antwerpenaar vlot toegankelijk zijn. Bij
ieder ontwerp komt een toegankelijkheids- en veiligheidstoets voor minder mobiele mensen.
Blindengeleiding en rolstoeltoegankelijkheid zijn vanzelfsprekend in een nieuwe aanleg.
10. Voetpaden worden met comfortabele en veilige materialen aangelegd. Hier wordt ook expliciet
gekeken naar het veilig en comfortabel oversteken van een straat. Verkeersdrempels- en
verkeersplateaus remmen niet alleen het te snelle verkeer maar kunnen er ook voor zorgen dat
straten veilig en comfortabel kunnen worden overgestoken.
11. We leggen voetpaden aan die voldoende breed zijn maar waken er ook over dat de
voetpaden niet vol obstakels staan. Hierbij sensibiliseren we fietsers om bij het stallen van
fietsen op het voetpad steeds voldoende ruimte vrij te laten, zeker in de buurt van
bijvoorbeeld woonzorgcentra of blindeninstituten.
12. In de 16de -eeuwse binnenstad gaan we verder met de uitbouw van de wandelstad door de aanleg
van woonerven. Op de parkeerroutes en de routes voor openbaar vervoer en hulpdiensten na – die drie
gebruiken vaak dezelfde routes – wordt de hele binnenstad aangelegd als woonerf of als
voetgangersgebied. De woonerven worden maximaal vergroend.
13. We opteren voor een zorgvuldige materiaalkeuze: een beperkt aantal materialen, makkelijk in
aanleg en herstel, duurzaam en steeds voorradig. Veiligheid, gebruikscomfort, en duurzaamheid gaan
voor op esthetiek.
14. We zetten onze inspanningen verder om schoolomgevingen veilig te maken. Dit kan met
infrastructurele ingrepen maar ook door de inrichting van schoolstraten. De schoolomgeving reikt
overigens verder dan enkele tientallen meters rond de schoolpoort. In overleg met de scholen werken
we knelpunten weg in veel gebruikte schoolroutes. Op een eenvoudige manier via bijvoorbeeld de
Route2Schoolapp stimuleren we leerlingen om zelf de knelpunten in beeld te brengen. Dit laat hen
ook nadenken over verkeersgedrag en veilig verkeer.
15. Naar analogie van de schoolomgevingen kunnen ook de omgevingen van diensten- en woonzorgcentra
veiliger worden gemaakt.
16. De afgelopen twee bestuursperiodes werd er geı̈nvesteerd in goede fietsvoorzieningen. De
meeste belangrijke assen zijn ondertussen voorzien van fietspaden. De stad rolde een netwerk van
fietsstraten uit. Een deel van dit netwerk heeft nog een verdere infrastructurele verfijning en
aanpassing nodig. Het district investeert de volgende jaren om deze straten een volwaardige
heraanleg te geven met het oog op fietscomfort,
fietsveiligheid en de doorstroming van het fietsverkeer. Daarbij zien we er ook op toe dat er,
zeker in fietsstraten, enkel met fietsvriendelijke snelheidsremmers wordt gewerkt.
17. Op sommige belangrijke assen is het omwille van de beperkte oppervlakte niet mogelijk om
gescheiden fietsinfrastructuur aan te leggen. Bij een heraanleg richten we dergelijke routes
niettemin zo fietsvriendelijk mogelijk in, maar voorzien we ook in alternatieve routes.
18. Om opstoppingen op punten waar fietsers elkaar kruisen te voorkomen, maken we maximaal gebruik
van de fietssuggestiestopstrepen. Hiermee responsabiliseren we de
fietser om dankzij een hoffelijke ingesteldheid mee te zorgen voor een vlotte en veilige
doorstroming van het fietsverkeer, zowel voor zichzelf als voor andere fietsers.
19. Ook voor fietsers is de materiaalkeuze belangrijk om veilig en comfortabel te kunnen
fietsen. Buiten de woonerven worden alle rijwegen aangelegd in monoliete verharding en
niet langer in kasseien.
20. Het toenemend fietsverkeer heeft ook een bijkomende nood aan fietsparkings veroorzaakt. Het
district gaat verder met het plaatsen van fietsbeugels. We doen dat in het bijzonder op plaatsen
zoals markten of drukke winkelplaatsen waar veel mensen met de fiets naartoe komen. We ondersteunen
de inspanningen van de stad om buurtfietsenstallingen te voorzien.
21. De laatste jaren zagen we een grote stijging van het gebruik van steps. In de toekomst zal
hier bij de aanleg van het openbaar domein verder rekening mee gehouden worden om dit nieuwe
fenomeen in goede banen te leiden. Verplichte dropzones moeten de voetpaden vrijhouden, op bepaalde
plaatsen zal de step ook geweerd worden of zal de snelheid van deelsteps automatisch gelimiteerd
worden.
22. Openbaar vervoer is een belangrijk vervoermiddel voor vele Sinjoren en specifiek voor senioren
en onze schoolgaande jeugd. Bij een heraanleg voorzien we steeds in integraal toegankelijke
opstapplaatsen.
23. We ijveren voor het behoud van de fijnmazige buslijnen die wijken verbinden zodat iedere
wijk voldoende door het openbaar vervoer bediend wordt.
24. Alle wijken moeten vlot bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Wanneer De Lijn wijzigingen
wil aanbrengen aan het bestaande aanbod zal de vertegenwoordiger van het district via de
Vervoerregioraad erover waken dat er steeds een robuust aanbod aan openbaar vervoer voor iedere
wijk is.
25. We blijven bij de Vlaamse overheid die hiervoor bevoegd is pleiten voor een goede
bereikbaarheid van Linkeroever. De bereikbaarheid met het openbaar vervoer (bus, tram, veerboot,
waterbus) en met andere modi is een knelpunt dat een duurzame oplossing moet krijgen. De
Brabotramtunnel vormt de slagader van het openbaar vervoer tussen beide Schelde-oevers en wordt
daarom zo snel mogelijk aangepakt door De Lijn. We dringen er bij De Lijn op aan dat dit niet
louter oplapwerk is, maar dat de Scheldeverbinding toekomstbestendig wordt gemaakt in functie van
snel en hoogfrequent openbaar vervoer. Tijdens deze werken moeten alle betrokken partijen (De Lijn,
Vlaamse Overheid, De Vlaamse Waterweg, ...) samen zorgen voor een gelijkwaardig en kwaliteitsvol
aanbod aan vervoerscapaciteit tussen Linker- en Rechteroever. We dringen er bij De Lijn op aan dat
er een volwaardige tweede openbare vervoerverbinding komt tussen Linkeroever en Rechteroever, naast
de bestaande tramtunnel.
26. We blijven streven naar een parkeerbeleid dat het leven voor onze inwoners vergemakkelijkt. We
zorgen ervoor dat onze inwoners dicht bij huis kunnen parkeren door voldoende buurtparkings te
voorzien. Specifiek in de 16de-eeuwse stad beperken we het parkeren op het openbaar domein tot
bewoners en hun bezoekers.
27. Mensen die de stad komen bezoeken, moedigen we maximaal aan om gebruik te maken van de
parkings buiten het stadscentrum. Indien dit niet mogelijk is, worden bezoekers naar betaalparkings
geleid. We houden het verkeer van en naar deze betaalparkings daarbij uit de woonbuurten.
28. Bij grote heraanlegprojecten in de wijken buiten de 16de-eeuwse stad wordt ernaar gestreefd in
de wijk een neutrale parkeerbalans te handhaven. In de 16de-eeuwse binnenstad wordt bijkomende
inpandige capaciteit gecreëerd. Ook na de voltooiing van de parkings onder het Zuidpark komt er
nog bijkomende capaciteit, onder meer aan het Loodswezen.
29. De reeds afgebakende zones 30 worden verder ingericht om de snelheid te beperken. Iedere zone
30 krijgt duidelijk leesbare in- en uitgangen, waar nodig wordt snelheidsremming voorzien via
verkeersdrempels of -plateaus of via vernauwingen aan hoeken.
30. We spelen korter op de bal om kleine gebreken en defecten op het openbaar domein aan te
pakken. Via een handige app zal de burger en stadsmedewerker sneller meldingen kunnen maken.
Stadsdiensten en aannemers nemen deze herstellingen zo snel mogelijk op.
31. We beperken het aantal gebruikte materialen om vlotte herstellingen mogelijk te maken. Bij
bestrating wordt hier niet van afgeweken. Bij straatmeubilair kunnen er wel accenten worden gelegd
om de grijsheid van een ontwerp te doorbreken of bijvoorbeeld om wijken een ‘eigen smoel’ te geven.
32. Niet alleen neemt het verkeer toe, maar ook de vervoersmodi veranderen, denken we daarbij aan
snellere fietsen, de toename van bakfietsen of wagens die breder worden. Waar nodig passen we onze
draaiboeken voor heraanleg van het openbaar domein aan zodat we iedereen voldoende ruimte kunnen
geven voor een vlotte doorstroming van het verkeer.
33. Voor verschillende wijken zijn de afgelopen jaren door het district speelweefselplannen
opgemaakt. Deze speelweefselplannen dienen als leidraad voor de aanleg van het openbaar domein.
34. Er wordt bij de heraanleg van het openbaar domein op toegezien dat de netheid van het openbaar
domein optimaal kan gehandhaafd worden. Dit doen we via het voorzien van voldoende vuilnisbakken,
gebruik van onderhoudsvriendelijke materialen of een inrichting die de verspreiding van zwerfvuil
afremt.
35. We zien erop toe dat werven proper worden gemaakt, zowel tijdens als na de werken.
Verkeerssignalisatie en werfafsluitingen worden weggehaald van zodra deze niet meer nodig zijn. We
nemen hierrond clausules op in de contracten met aannemers.
36. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan correcte informatie rond werken. Naast de eigen
acties ziet het district erop toe dat aannemers hierbij hun verantwoordelijkheid ten volle dragen.
De werken van nutsbedrijven worden nauwer opgevolgd. Bij de eigen werven mogen aannemers niet
langer gebruik maken van onaangepaste transportmiddelen zoals landbouwvoertuigen.
37. Samen met de stad zetten we verder in op het verledden van de straatverlichting. We zetten het
project verder om monumentale gebouwen in ons district architecturaal uit te lichten. De volgende
bestuursperiode willen we dit minstens toepassen op de St Laurentiuskerk, de Waterpoort, het
Zuiderpershuis en de torens van de Sint Joriskerk.
38. Per bestuursperiode heeft het district een zeer groot investeringsprogramma. Deze werken
worden optimaal op elkaar afgestemd zodat de combinatie van wegenwerken geen nodeloos
gecompliceerde omleidingen vereist. Ook werken door andere overheden of nutswerken worden in deze
oefening meegenomen. We gaan hiervoor proactief met deze actoren in overleg.
39. Er wordt toegezien op een snelle en correcte uitvoering van de werken. In samenspraak met de
belanghebbenden wordt een goede fasering van de werken uitgewerkt.
40. In een dichtbebouwde stad met weinig privaat groen is ruimte voor recreatie, sport en spel op
het openbaar domein zeer belangrijk. De ontwikkeling van de Scheldekaaien, het openstellen van het
dak van de Jan De Vostunnel, de site van het Stuivenbergziekenhuis, de ruimte die op Luchtbal
gecreëerd wordt door het weghalen van het viaduct van Merksem, het optimaliseren van pleinen zoals
het Sint Jansplein of de toekomstige Ringparken bieden hier heel wat mogelijkheden.
41. Het district heeft de afgelopen twee bestuursperiodes in een hoog tempo geı̈nvesteerd in het
openbaar domein. Naast vele andere willen we volgende projecten de volgende jaren zeker realiseren:
▪ Het verder uitbouwen van de Wandelstad
▪ De voltooiing van de Via Sinjoor, de Meir wordt terug in volle glorie hersteld
▪ Een heraanleg voor de Oudaan
▪ De heraanleg van het Sint Andriesplein en omgeving
▪ De straten rondom het vernieuwde KMSKA
▪ Na de voltooiing van het Zuidpark de zijstraten van de Vlaamse en Waalse Kaai
▪ Markgravelei
▪ Karel Oomsstraat
▪ Het oostelijke deel van de Lange Leemstraat
▪ Quinten Matsyslei
▪ Omgeving Harmonie: het verbinden van de parken en het optimaliseren van de verkeersinfrastructuur
▪ Julius De Geyterstraat
▪ Het dak van Jan De Vostunnel wordt een recreatieve ruimte
▪ Oude Boomsesteenweg
▪ Slachthuissite/ Lange Lobroekstraat
▪ Viaduct Merksem deels overkapt, waardoor zowel aan de Dam en op Luchtbal extra ruimte wordt gecreëerd
▪ Scheldeboorden, herwaardering St Anneke, Thonetlaan, Frederik van Eedenplein
▪ Dambruggestraat
▪ Offerandestraat
▪ Tweede deel Lange Beeldekensstraat
▪ Pothoekstraat
Groen
Een aangename stad is ook een groene stad. Ons district telt vele mooie parken en groengebieden, maar kent ook vele wijken waar weinig groene ruimte is. Het beheer van de parken, ook de toekomstige ringparken, moet zo gebeuren dat ze zowel rustpunt als plaats voor recreatie zijn. Maar we zorgen ook voor kleinschalig groen doorheen de wijken. We plantten de afgelopen twaalf jaar duizenden nieuwe bomen in de stad en doen dit ook de volgende zes jaar. Een goed groenbeheer en een goed waterbeheer in de stad maken dat we onze steeds warmer wordende wijken optimaal kunnen afkoelen, maar zorgen er ook voor dat we bij hevige regenval niet langer wateroverlast hebben in bepaalde buurten. We geloven daarbij in de steeds groter wordende technische mogelijkheden om de stad aan een veranderend klimaat aan te passen.
42. De afgelopen jaren werd een beheersplan voor het Stadspark opgesteld en werden de
basisvoorwaarden – waterhuishouding, monumentenzorg – gelegd voor een herstel van het park. De
volgende jaren worden deze plannen uitgevoerd. We herstellen het Stadspark in volle glorie en maken
er een aangenaam verpoos- en rustpunt van.
43. Het Hof van Leysen komt na overdracht in het beheer van het district. We zorgen voor een
verbinding met de Desguinlei zodat dit park nog meer als buurtpark kan functioneren.
44. Alle parken krijgen een beheersplan dat moet toelaten het park op een duurzame manier te
onderhouden. Ook transparantie en veiligheid spelen hierbij een rol.
45. Ook sport en spel krijgen een plaats in onze parken en op onze buurtpleintjes.
46. De vergroening van het district staat voorop om te zorgen voor een aangename leefomgeving. Een
groenweefselplan wordt opgemaakt. Toekomstbomen, mospanelen, groenslingers, verticaal groen en
tuinstraten dragen hiertoe bij.
47. Bomen horen thuis in een stad. Bij iedere heraanleg worden ook bomen aangeplant. We investeren
in een robuuste ondergrond met voldoende wortelruimte om deze bomen optimale groeikansen te geven.
48. Bij de aanleg van het openbaar domein wordt ook rekening gehouden met klimaatadaptatie. Dit
kan door meer groene zones te voorzien, te zorgen voor een betere waterhuishouding en te ontharden.
Bij ontharden gaan we zoveel mogelijk voor grote ingrepen en houden we rekening met de
gebruiksfunctionaliteit van het openbaar domein.
49. Naast vergroening willen we ook meer blauw/water in het district in beeld brengen.
50. Het district heeft zowel wijken waar een groot risico op droogte bestaat als wijken waar een
teveel aan water moet worden afgevoerd. De uitrol van het recent uitgewerkte hemelwaterplan moet
zorgen voor een evenwichtige waterhuishouding in het district. Er wordt zorg voor gedragen dat
regenwater voldoende in de grond kan indringen waar er tekorten zijn en dat water wordt weggeleid
waar er een groot risico op wateroverlast bestaat. Samen met het rioleringsbedrijf wordt het
district waterrobuust gemaakt.
51. Binnenpleinen met een openbaar karakter worden toegankelijk gemaakt en omgevormd tot aangename
plekken om te vertoeven. De Antwerpenaar wordt er uitgenodigd.
52. Waar mogelijk worden buurttuinen georganiseerd.
53. Ook in de stad kan een veel grotere biodiversiteit gerealiseerd worden dan nu vaak het geval
is. Dit maakt het groen minder kwetsbaar en het ondersteunt bijen en andere bestuivers, tuin- en
parkvogels en zelfs kleine zoogdieren. We streven naar een verrijking van onze stad met diverse
groene ruimtes, zoals vlindertuinen, bloemenparken en avonturenparken.
54. Heesters en struiken zijn essentieel voor tuin- en parkvogels. Het volume hiervan wordt
opgedreven, met een voorkeur voor bloeiende en vruchtdragende soorten.
55. Het district zet in samenwerking met de bewoners in op de realisatie van tuinstraten. Niet
iedere straat is hiervoor geschikt, maar daar waar we dit wel kunnen realiseren betekenen ze een
meerwaarde voor de bewoners en de buurt.
56. We voorzien in de verdere uitbouw van hondenloopzones en plaatsen voor hondenrecreatie.
57. We stimuleren de bewoners om te zorgen voor meer groen en blauw in hun straat. We doen dit
door het ondersteunen van de aanleg van geveltuinen, groenslingers of de plaatsing van regentonnen.
We moedigen de burger aan om hier zelf initiatief te nemen. Dit gebeurt steeds in overleg en in het
bijzonder rekening houdend met de zwakke weggebruiker (voldoende brede voetpaden, geen bijkomende
obstakels, …).
58. De Ringparken vormen een grote aanwinst voor het district en bieden ons nieuwe plekken voor
recreatie, sport en spel in het groen. Het district zorgt voor vlotte, veilige en aangename
verbindingen tussen de woonwijken en deze nieuwe parken.
Cultuur
Cultuur is niet weg te denken uit ons district, kunst en cultuur uit heden en verleden is wat ons definieert als Antwerpenaar en Vlaming, ongeacht je afkomst. We willen de Antwerpenaren ondersteunen in hun culturele projecten, maar willen de burger maar evengoed de grote kunsthuizen en kunstenaars uit hun comfortzone laten treden om in de publieke ruimte met elkaar kennis te maken. Cultuur kan niet overleven zonder een gemeenschappelijke taal, het is ook die taal die mensen bij elkaar brengt. Daarom zetten we ook in op het promoten van de Nederlandstalige literatuur en literaire creatie.
59. Het district Antwerpen is, als centrum van de belangrijkste stad van Vlaanderen, een district
waar kunst en cultuur centraal staan. Het district streeft ernaar om haar inwoners op zoveel
mogelijk plekken uitingen van kunst en cultuurbeleving te tonen. Dit kan onder alle vormen zijn,
maar steeds met het doel zoveel mogelijk inwoners te bereiken en het gemeenschapsgevoel te
bevorderen.
60. Wanneer het district culturele projecten of verenigingen ondersteunt of subsidieert is het
Nederlands de voertaal, enkel bij de voorstelling zelf kan een andere taal gebruikt worden wanneer
deze een essentieel onderdeel van het project vormt.
61. We ontwikkelen een cultuurplan voor het district waarbij gestreefd wordt naar een evenwichtige
verdeling van infrastructuur en middelen, en waarbij een breed aanbod tot stand komt dat alle
bewoners, ongeacht leeftijd, rang of stand, bereikt en enthousiasmeert.
62. We willen alle burgers in ons district laten participeren aan onze Vlaamse leidcultuur, dit om
te vermijden dat mensen zich al te veel in het isolement van de eigen gemeenschap terugtrekken. Het
district ondersteunt die evenementen die erop gericht zijn om mensen met een verschillende
culturele achtergrond met elkaar maar vooral ook met de Vlaamse cultuur in contact te brengen.
63. Als kruispunt van landen en smeltkroes van nationaliteiten, is Antwerpen als vanouds een
gastvrije stad, met de Nederlandse taal als bindmiddel tussen alle Antwerpenaren, nieuw of oud.
Initiatieven die nieuwkomers verder vertrouwd maken met het Nederlands krijgen extra ondersteuning.
64. Bij kunst staat gemeenschapsvorming voorop, met als doel zoveel mogelijk inwoners te laten
deelnemen en ontdekken. Dat impliceert dat kunst zeer divers en multicultureel kan zijn, maar
evengoed kan teruggrijpen naar de historie en de wortels van onze samenleving. Het district streeft
naar maximale betrokkenheid, maar beschouwt het ook als zijn taak om zoveel mogelijk inwoners met
de Vlaamse cultuur te laten kennismaken. Op die manier bereiken we via kunst en cultuur zowel de
inwoners die hier al langer wonen als de nieuwkomers.
65. Het district heeft, vanuit de unieke omgeving van onze stad, maximaal aandacht voor het behoud
en de bekendmaking van ons onschatbaar immaterieel en materieel erfgoed. Hiermee kan de band met
vroeger maar ook de sprong naar morgen gemaakt worden.
66. Het district verfraait de omgeving door ruimte te maken voor street art die verwijst naar de
locatie, bv. door de persoon, boek of toneelstuk naar wie de straat of het plein werd vernoemd, uit
te beelden. Zo maakt moderne kunst een brug naar de historie van de wijk en versterkt zo het
gemeenschapsgevoel.
67. Het district interpreteert cultuur zeer breed, want ook mode en culinaire cultuur, om maar
enkele te noemen, zijn onlosmakelijk met onze stad verbonden en getuigen van de creativiteit en
breeddenkendheid van de Antwerpenaar. Deze uitingen verdienen ook een plaats in ons district.
68. We investeren in kunst in het straatbeeld. Bij grote heraanlegprojecten wordt een deel van de
middelen gereserveerd voor kunstintegratie.
69. Antwerpen telt vele grote en gerenommeerde cultuurhuizen. Voor het district is het een
uitdaging om deze cultuurhuizen over de drempel te trekken om zich op het openbaar domein te tonen
aan de Antwerpenaar. We nodigen grote cultuurhuizen uit om minstens 1 tot 2 maal per
bestuursperiode in samenwerking met het district een manifestatie op te zetten in de publieke
ruimte, gericht op een breed publiek en met de doelstelling de Antwerpenaar te verleiden om kennis
te maken met waar deze cultuurhuizen mee bezig zijn.
70. Bij het toekennen van projectsubsidies voeren we een actief beleid om jonge makers te
bereiken. Hierbij willen we vooral ook ruimte creëren voor experimentele kunst.
71. Antwerpen is de boekenstad bij uitstek. Met Linkeroever hebben we een wijk waar de
Nederlandstalige en internationale literatuur vereeuwigd is in de straatnamen. Dit is een mooie
aanleiding om jaarlijks een literair evenement te organiseren op Linkeroever.
72. De rijke literatuurgeschiedenis van de stad wordt in de verf gezet door initiatieven als bv.
Citaat op Straat (LO) te ondersteunen bij de uitwerking van wandelroutes, bezoekersgidsen of
evenementen die de burger informeren over de cultuurgeschiedenis van zijn of haar buurt. Hierbij
wordt nauw samengewerkt met bibliotheken, cultuurantennes en andere actoren.
73. We organiseren jaarlijks een poëzie-evenement in de Harmonie en onderzoeken of we dit
kunnen koppelen aan een poëzieboekenbeurs.
74. We pikken de traditie om standbeelden voor schrijvers in het openbaar domein te plaatsen terug
op. Volgende bestuursperiode willen we minstens 2 beelden gewijd aan een Antwerpse schrijver
plaatsen.
75. Met de bouw van de wijk Nieuw Zuid kreeg het district ook een nieuw park. Deze ruimte leent
zich perfect voor de creatie van een “klein Middelheim”, een park met beelden.
76. Het cultuuraanbod wordt evenwichtig verspreid over alle wijken: wijken die weinig al dan niet
professioneel cultuuraanbod hebben krijgen extra aanbod en aandacht.
77. Elke postcode krijgt in de loop van de bestuursperiode een cultureel themajaar, telkens
rond een specifiek thema dat een link heeft met de buurt(en)
78. In 2018 organiseerde het district een kunstenparcours in postcode 2018. In 2030 doen we
hetzelfde in postcode 2030.
79. In samenwerking met de stad krijgt iedere postcode een socio-cultureel centrum. Dit ontbreekt
nu voor postcodes 2018 en 2050. Voor de realisatie hiervan kijken we in de eerste plaats naar
samenwerking met partners in de buurt of naar het dubbel gebruik van reeds bestaande ruimtes.
80. Lokale cultuurverenigingen vinden bij het district een centraal aanspreekpunt voor het vinden
van repeteerruimtes, projectondersteuning of hulp bij de organisatie van voorstellingen.
81. Het bibliotheekfiliaal werd en wordt meer en meer de lokale culturele ankerplek in wijken
en buurten.
82. We laten jongeren kennis maken met zoveel mogelijk kunstuitingen. Zo werden cultuurcheques
voor de hoogste jaren van het middelbaar onderwijs uitgewerkt (te vergelijken met de cultuurcheques
voor studenten hoger onderwijs). De meeste grote cultuurhuizen stapten hierin mee. Deze
cultuurcheques blijven bestaan (met extra aandacht voor jongeren uit de dubbele finaliteit (tso)
als de arbeidsmarktfinaliteit (bso) en de cultuur- en sportweken worden verdergezet.
83. Het district wil een platform bieden voor podiumkunsten, street art en muziek, en ruimte geven
aan kunstenaars en performers zodat zij hun creativiteit kunnen delen met zowel de inwoners als de
bezoekers van de stad. We bekijken de mogelijkheid voor een kleinschalige buitenpodiuminstallatie.
Jeugd
Het district Antwerpen kent een jonge bevolking en dus willen we een ruim jeugdaanbod hebben voor al deze jongeren. We treden hier liever op als regisseur en ondersteuner en hebben niet de intentie om in de plaats te treden van jeugdverenigingen daar waar deze al een aanbod hebben. Om jongeren te laten deelnemen aan onze gemeenschap is het belangrijk dat we ze al op jonge leeftijd vertrouwd maken met jeugdbewegingen en jeugdverenigingen. Maar jongeren hebben ook letterlijk fysieke ruimte nodig. Daarom investeren we in speelterreinen, maken we speelweefselplannen en zorgen we ook voor een geschikte plaats voor jongeren.
84. Het district ondersteunt jeugdverenigingen. Hun aanbod en werking primeert op initiatieven van
het district zelf.
85. De klassieke jeugdbewegingen worden ondersteund. Ze zorgen voor de samenhang van jongeren in
ons district.
86. Het district stimuleert en ondersteunt het gebruik van het Nederlands bij jeugdorganisaties.
Wanneer het district jeugdprojecten, -verenigingen of -bewegingen ondersteunt of subsidieert is het
Nederlands de voertaal.
87. Het district organiseert overleg tussen de verschillende jeugdverenigingen zodat deze op
elkaars noden en sterkten kunnen inspelen. Via lagere scholen wil het district de verschillende
initiatieven voor jongeren bekendmaken.
88. Het district doet beroep op verschillende partners om een uitgebreid vrijetijdsaanbod te
voorzien. Pas wanneer deze ontbreken voorziet het district een eigen aanbod.
89. Het district zoekt een partner voor inclusieve speelweken.
90. Het district waarborgt een ruim en laagdrempelig aanbod voor kinderen en jongeren. Bij
voorkeur steunen we het aanbod van jeugdorganisaties. Daarnaast organiseren we zelf activiteiten.
Er is extra aandacht voor jongeren met een beperking. We ondersteunen een buddysysteem binnen het
jeugdwerk.
91. Het district voorziet projectsubsidies voor jeugdverenigingen, maar daarnaast ook
administratieve en logistieke ondersteuning. Vooral startende verenigingen worden door de
jeugdconsulenten van het district actief op weg gezet om een succesvolle vereniging uit te bouwen.
92. Het district blijft inzetten op infrastructuur- en werkingssubsidies voor jeugdverenigingen.
93. Naast het vrijetijdsaanbod voor kinderen wordt er specifiek gemikt op tieners, een groep
die voor verenigingen vaak moeilijker te bereiken is
94. Het district organiseert overleg tussen de verschillende jeugdverenigingen zodat deze op
elkaars noden en sterktes kunnen inspelen.
95. In wijken met problemen gaan we op zoek naar partners om jeugdwerking uit te bouwen. Er wordt
daarbij gebruik gemaakt van convenanten met duidelijke afspraken. De jeugdwerking moet erop gericht
zijn de zelfstandigheid van jongeren te verhogen, hen te ondersteunen in hun schoolcarrière en hun
ondernemingszin te vergroten.
96. Via convenanten voorzien we een ruim aanbod aan vakantiewerkingen. Het district zorgt er mee
voor dat dit aanbod een ruim publiek bereikt. Ook het andere aanbod van jeugdwerking,
jeugdverenigingen en jeugdbewegingen maken we bekend bij de jongeren in het district. Dit kan bij
de buitenspeeldag, het Feest in het Stadspark of andere evenementen die het district organiseert of
die door het district worden ondersteund.
97. Het district ondersteunt mee de “Dag van de Jeugdbeweging.”
98. We zorgen overal in ons district voor speelgelegenheid op wandelafstand. Daarbij streven we
onder meer naar een avontuurlijk speelplein per wijk.
99. Voor heel wat wijken werden al speelweefselplannen opgesteld. Ook voor de nu nog ontbrekende
wijken zullen speelweefselplannen worden opgesteld, steeds in samenspraak met de kinderen en
jongeren. Er wordt op basis van die plannen een uitgebreid actie- en investeringsplan voor de
komende zes jaar opgesteld.
100. Bij elke vernieuwing van een wijk of van een groep straten wordt er ruimte voorzien voor
kinderen en jongeren. Dat kunnen kleine of middelgrote sport- en speeltoestellen (speeltuigen,
basketringen, minivoetbalgoals, skate-toestellen…) zijn maar ook plekken voor urban culture
(graffitimuren).
101. We willen een ruim en toegankelijk jeugdaanbod waarborgen waarbij we actief partners betrekken
voor een inclusief aanbod voor kinderen en jongeren met een beperking.
102. We werken aan een platform voor het koppelen van vrijwilligers aan jeugdprojecten.
103. We activeren de jeugdraad waarbij jeugdverenigingen en jeugdwerk actief participeren, bij
voorkeur met vertegenwoordiging vanuit alle wijken.
104. Er wordt verder ingezet op de modernisering en uitbreiding van het speelaanbod in het
district. Hierbij wordt bijzondere aandacht besteed aan speeltuinen die ook deels of geheel
voorzien zijn voor kinderen met een functiebeperking. Kinderen met of zonder beperking worden
zoveel mogelijk aangemoedigd om samen te spelen.
105. Er is vaak weinig ruimte voor jeugdbewegingen om hun activiteiten te organiseren. Het district
waakt erover dat in de toekomstige Ringparken voldoende ruimte wordt voorzien waar jeugdbewegingen
en andere jeugdverenigingen gebruik van kunnen maken.
Sport
De Antwerpenaar sport graag. Dat leiden we o.a. af uit de grote hoeveelheid sportclubs in ons district. Van jong tot oud, van intensief sporten tot recreatie: wie wil bewegen, die vindt zeker zijn gading. We willen deze clubs ondersteunen, maar we willen ook de individuele sporter de mogelijkheid bieden om op het openbaar domein te sporten. We zijn daarbij mee met de nieuwste evoluties: cricket, 3x3 basketbal, maar evengoed dans, als district volgen we goed op waar nieuwe behoeftes ontstaan.
106. Het district wil zoveel mogelijk mensen laten sporten en bewegen. Hiervoor willen we over alle
wijken heen een compleet sportaanbod realiseren. De mogelijkheden hiertoe worden bepaald door
diverse factoren zoals de dichtheid van de bebouwing in elke wijk, de nabijheid van alternatieven,
mogelijke samenwerkingen met partners, het aanbod van sportclubs, …
107. Daartoe ondersteunt en stimuleert het district ook lokale sportprojecten, sportevenementen en
-wedstrijden die sterk gemeenschapsvormend zijn. We stimuleren organisatoren om ook een sportief
jeugdluik te voorzien. In nauwe samenwerking met de stad wordt een jaarplanning opgemaakt van
lokale en bovenlokale sportevenementen en wordt de (digitale) zichtbaarheid van sportmogelijkheden
vergroot.
108. Er bestaan reeds kleinschalige loop- en wielerwedstrijden in ons district. Deze willen we
verder ondersteunen en waar mogelijk uitbreiden naar andere wijken.
109. Veel Antwerpenaren zijn niet voldoende bekend met alle mogelijke sportdisciplines die in de
stad kunnen beoefend worden. Daarom willen we (ook minder bekende) sportinitiaties verder
stimuleren zoals bijvoorbeeld 3x3 basketbal, dans, watersporten, skate, …, dit in samenwerking met
onze vele sportverenigingen.
110. Onze sportclubs vormen de ruggengraat van het sportbeleid. We blijven hen ondersteunen via
werkingssubsidies zodat zij hun aanbod aan sportactiviteiten verder kunnen uitbouwen. We werken
daarbij aan verdere administratieve vereenvoudiging.
111. Het district stimuleert en ondersteunt het gebruik van het Nederlands bij sportclubs. Wanneer
het district sportprojecten of sportclubs ondersteunt of subsidieert is het Nederlands de voertaal.
112. We organiseren jaarlijks een Sportgala waarop we de verdienstelijke sporters in het district
huldigen.
113. Dankzij samenwerkingen met sportpartners voorzien we een gevarieerd sportaanbod (bijvoorbeeld
sport na school, pleintjesvoetbal) voor kinderen en jongeren. We breiden dit aanbod in het district
verder uit en gaan daarnaast op zoek naar bijkomende sportpartners die dit kunnen vervolledigen.
114. We zorgen voor een uitgebreid en levendig netwerk met alle sportverenigingen en - actoren in
het sportlandschap die het sportbeleid mee vorm kunnen en willen geven. Ook een volwaardige
Sportraad maakt daar deel van uit.
115. We zorgen voor de aanleg van extra multimovepaden zoals reeds werd voorzien in het
Nachtegalenpark. Een multimovepad wil kinderen aan de hand van natuurlijke hindernissen uitdagen om
diverse bewegingsvaardigheden (bv klimmen, glijden, springen, …) te oefenen in een groene omgeving.
116. Op diverse locaties in ons district zorgen we voor mogelijkheden tot het aanleren en
verbeteren van fietsvaardigheid en -behendigheid van kinderen.
117. In de stad Antwerpen is er reeds veel comfortabele fietsinfrastructuur, maar voor de
avontuurlijke fietser is er nood aan bijkomende offroadmogelijkheden. Het district zet daarom
verdere stappen naar een mountain- en gravelbikeroute, dit steeds in harmonie met natuurbeleving.
In dat kader zien we bij de stad toe op de uitwerking van de door het district gevraagde
offroadmogelijkheden in de diverse Ringparken, als potentieel onderdeel van deze route. Ook blijven
we de initiaties veldrijden die plaatsvinden op het parcours van de Scheldecross, ondersteunen.
118. Urban sports zoals bijvoorbeeld skaten, steppen, BMX, … zijn populair in onze stad. We zorgen
dan ook voor volgende mogelijkheden om deze te kunnen uitoefenen in skateparken in de openbare
ruimte.
119. We blijven inzetten op voldoende, kwalitatieve, toegankelijke en goed onderhouden
sportinfrastructuur voor diverse sporten zoals basketbal, voetbal, skate, … Er wordt daarvoor een
uitgebreid investeringsplan voor de komende zes jaar opgesteld, waarbij we lokale sportpartners
betrekken bij de verdere uitwerking. Ook bekijken we op welke manier we nieuwe of momenteel minder
algemeen bekende sporten (bv outdoor bouldering, freerunning, world chase tag, …) ruimte kunnen
geven op het openbaar domein.
120. Met petanqueveldjes willen we mensen op een laagdrempelige manier laten bewegen en hen ook
samenbrengen in een gezellige sfeer. Om er zeker van te zijn dat deze velden voldoende worden
gebruikt en om een goede spreiding te voorzien, werken we met testveldjes in samenwerking met de
buurt alvorens we ze definitief aanleggen.
121. In het district liggen een aantal bunkers die kunnen ingezet worden als klim- of
speelmogelijkheden.
122. In onze groene ruimtes, parken etc. voorzien we laagdrempelige sportinfrastructuur die voor
diverse doelgroepen toegankelijk zijn.
123. Met beweegbanken willen we jong en oud aanzetten tot bewegen aan de hand van diverse
lichaamsoefeningen die op deze banken uitgeoefend kunnen worden. We breiden daarom de bestaande
locaties uit met nieuwe plekken in ons district.
124. We breiden de “Beweegdag 55+” verder uit met nieuwe locaties en nieuwe sportactiviteiten.
125. Met “Antwerpen Danst” blijven we tijdens de zomermaanden gratis diverse dansinitiaties onder
professionele begeleiding voorzien.
126. Het district wil sport na school samen met partners verder stimuleren dankzij sensibilisering
van scholen en scholieren, het organiseren van lokaal sportaanbod en door gebruik te maken van
infrastructuur van clubs en scholen in de ‘stille’ uren.
127. We verbinden de bestaande sportinfrastructuur op een visueel herkenbare manier door middel van
sportlinten. In eerste instantie rollen we dit uit voor de vele loopparcours die ons district rijk
is. Waar mogelijk leiden deze sportlinten langs architecturaal erfgoed,
bezienswaardigheden of andere interessante plekken.
Senioren
Het district Antwerpen is jong en oud tegelijkertijd. Onze stad telt heel wat senioren, en we maken Antwerpen graag zo aangenaam en comfortabel mogelijk voor hen. We willen deze senioren actief bij onze stad blijven betrekken, en we willen daarbij rekening houden met de interesses en behoeften van die senioren. Dat zien we heel breed: een goed toegankelijk en comfortabel openbaar domein, de mogelijkheid om zo lang mogelijk thuis te wonen, een vrijetijds- en cultuuraanbod dat op senioren gericht is, de mogelijkheid om nieuwe mensen te leren kennen. We willen ook expliciet naar onze senioren luisteren, want tenslotte hebben zij in het verleden ons mooie district gemaakt tot wat het nu is.
128. Het district bestaat uit veel jonge(re) inwoners maar tegelijkertijd ook uit een groot aantal
senioren. Deze senioren zijn een belangrijke schakel in onze stedelijke samenleving. Het is
belangrijk om senioren te betrekken en actief te houden opdat ze niet vereenzamen. Dit doen we
bijvoorbeeld door projecten op te zetten om alle verenigingen te betrekken of door senioren naar
vrijwilligerswerk te leiden.
129. Om verenigingen of burgers die een project willen organiseren te ondersteunen zetten we onze
buurtcoaches in. Zij ondersteunen actief onze senioren.
130. Wanneer het district projecten voor senioren, seniorenverenigingen of -bewegingen ondersteunt
of subsidieert is het Nederlands de voertaal.
131. Naast de activiteiten en dienstverlening binnen onze dienstencentra is er nood aan extra
locaties waar seniorenactiviteiten kunnen worden georganiseerd. In samenwerking met het Zorgbedrijf
zoeken we een gepast antwoord op die vraag.
132. Senioren hebben inspraak in het beleid, onder meer door een volwaardige Seniorenraad. Ze
hebben op geregelde basis contact met een senioren- coach/consulent.
133. Senioren moeten kunnen kiezen uit een waaier aan ontspannings- en ontplooiingsmogelijkheden,
aangepast aan hun noden en behoeften. Succesvolle initiatieven zoals de “Matinée Dorée” of “Jong
van Hart blijven” blijven we (mee) organiseren.
134. Ouderen worden actief betrokken bij sport, cultuur, huistaakbegeleiding en andere
initiatieven. We willen de belangrijkste redenen wegnemen waarom ouderen niet aan activiteiten
deelnemen.
135. Via kleinschalige initiatieven zetten we senioren aan tot bewegen, bv. door petanquevelden te
plaatsen op plaatsen waar ze elkaar kunnen ontmoeten. Ook installaties als ‘urban’
fitnesstoestellen of fit-o-meters, of de organisatie van sportmiddagen zetten hen aan tot meer
actieve beweging.
136. De inrichting van het publiek domein zorgt ervoor dat senioren zich makkelijk kunnen
verplaatsen, ook wanneer ze fysiek minder mobiel worden. Het district startte recent met de
inrichting van “Zilveren Linten”: routes doorheen de stad waar de stedelijke infrastructuur op
senioren wordt afgestemd. Daarbij voorzien we voldoende rustpunten, zitbanken, groene
verpozingsplekken en een openbaar domein dat aan minder mobiele mensen is aangepast.
137. We waken er ook over dat senioren zich vlot binnen de eigen wijk kunnen verplaatsen. Het
openbaar vervoer speelt hierin een belangrijke rol.
138. Het district promoot een actieve levensstijl en ontwikkelt initiatieven om de senioren
vertrouwd te maken met de ontspanningsmogelijkheden in het district, zodat ze er actief gebruik van
maken. Kleine lokale evenementen kunnen dit ondersteunen. Senioren worden actief betrokken als
vrijwilliger in hun buurt om andere buurtbewoners te helpen of om ondersteuning te bieden bij
activiteiten, toezicht te houden bij scholen, als huiswerkbegeleider of nog als contactpunt voor de
stadsmariniers.
139. In de wintermaanden zorgen we ervoor dat ze toch buiten kunnen komen door andere vrijwilligers
hen te laten ophalen of begeleiden.
140. Senioren laten de Klanken van de Stad weerklinken bij de jongeren. Ze geven de Antwerpse
cultuur en geschiedenis door aan de jeugd. Zo wordt het levensverhaal van senioren vastgelegd in
wijkverhalen of -muziek. Dit kan georganiseerd worden in de scholen, bibliotheken, cultuurhuizen of
districtshuizen als een activiteit van de seniorenraad die hiervoor projectsubsidie kan bekomen.
141. Het district voorziet hulp om senioren toe te laten langer zelfstandig te blijven wonen. Door
direct contact en voldoende begeleiding kunnen senioren worden geholpen om de overstap te maken van
volledig zelfstandig wonen over gemeenschappelijk wonen tot opname in een woonzorgcentrum. Daarbij
moet het de bedoeling zijn de senior zoveel mogelijk in de vertrouwde omgeving van de eigen wijk of
buurt te houden.
142. Zelfstandig leven houdt vandaag ook in dat men mee is en blijft met de digitalisering van
onze samenleving. Initiatieven als de tabletcafés helpen senioren hierbij op weg.
143. Eenzaamheid onder ouderen pakken we aan met nieuwe projecten gericht op het
opbouwen van sociale contacten.
Communicatie en innovatie
Het is de plicht van een districtsbestuur om zo goed en zoveel mogelijk te communiceren met de burger. We doen dit via alle relevante kanalen, en dat wil zeggen: zowel digitaal als op papier. We doen dit op een heldere manier die voor iedereen begrijpbaar is. Het district wil daarbij ook innovatief te werk gaan. Niet alleen in de communicatie trouwens. We zorgen ervoor dat ons district volop gebruik maakt van alle nieuwe technologische evoluties die onze diensten toelaten onze burgers beter te ondersteunen.
144. Overheden moeten bijzonder goed waken over de manier waarop ze communiceren met de burger.
Communicatie moet begrijpelijk zijn voor iedereen. Het district zet in op helder en duidelijk
taalgebruik in alle communicatie en doet daarvoor indien nodig beroep op deskundigen.
145. Communicatie moet iedereen bereiken, onze communicatiekanalen zijn daaraan fijnmazig
aangepast. We communiceren met onze burger zowel op papier als digitaal.
146. We breiden de digitale schermen verder uit naar alle wijken van ons district om
districtsnieuws op een snelle en gerichte manier tot in de wijken te brengen. Zo maken we de
informatie voor iedereen toegankelijk en bereiken we ook de burgers die niet voldoende vertrouwd
zijn met computers.
147. We blijven de “Seizoenskalender” met alle projecten en evenementen van het district verder op
papier verspreiden.
148. We dragen in onze communicatie en activiteiten het Harmoniegebouw verder uit als symbool van
het district Antwerpen.
149. Het district Antwerpen is vaak nog te onbekend en wordt te vaak verward met de stad. Een
informatiecampagne moet hieraan tegemoetkomen.
150. Het district voert verder een innovatief beleid. Dit kan zich vertalen in het gebruik van
nieuwe digitale technieken en toepassingen, maar kan zich ook vertalen in het
moderniseren van al onze bedrijfsprocessen.
Evenementen en feestelijkheden
Met onze jaarlijkse evenementen brengen we de mensen in ons district samen. We hebben een vast aanbod van enkele grote evenementen, maar willen ook gedurende de hele bestuursperiode aanwezig zijn in de verschillende wijken, zeker als er iets te vieren of te herdenken valt. Evenementen ondersteunen de gemeenschap, het is daarom belangrijk dat we daar ook een gemeenschappelijke taal hanteren, en dat kan enkel het Nederlands zijn.
151. Evenementen zijn gericht op de maatschappelijke integratie van mensen die om een of andere
reden onvoldoende aan onze Vlaams en Antwerpse samenleving (kunnen) deelnemen. Evenementen brengen
mensen samen en ondersteunen de gemeenschapsvorming.
152. De evenementen van het district zijn toegankelijk voor iedereen. Ook wie minder mobiel is, of
wie een functiebeperking heeft moet kunnen genieten van ons aanbod.
153. Op evenementen van het district wordt gewerkt met herbruikbaar materiaal, alcoholgebruik op
publieke evenementen verloopt op een verantwoorde manier.
154. De Feesten in het Stadspark ter gelegenheid van de Feestdag van de Vlaamse Gemeenschap zijn
uitgegroeid tot een klein stadsfestival. We behouden dit feest en zetten het verder in de verf. Het
Vlaamse karakter van dit feest komt tot uiting in de programmatie van Nederlandstalige muziek, een
literair luik met poëzie en de duidelijk aankleding als geheel dat de link legt naar de Vlaamse
Feestdag. We voorzien ook een uitgebreid bedankingsmoment om de vele vrijwilligers in ons district
in de bloemetjes te zetten.
155. Het succesvolle tuinfeest Harmonie in belle époque stijl blijven we organiseren. In
combinatie met een cultureel evenement op de tweede dag wordt dit een jaarlijks feestelijk
lenteweekend in het Harmoniepark.
156. Ook het “Bal van de Bevrijding” blijven we jaarlijks organiseren. Om de vijf jaar komt er
daarnaast in samenwerking met de stad een groots opgezette editie.
157. In de loop van de bestuursperiode willen we ook in iedere postcode een eigen feest
organiseren, telkens gekoppeld aan de viering of herdenking van een bepaalde gebeurtenis.
158. In 2025 bestaat Luchtbal 100 jaar. Net zoals we 100 jaar Linkeroever en 100 jaar Olympische
Spelen hebben gevierd, geven we ook graag aan Luchtbal een groots verjaardagsfeest.
159. In 2026 is het 450 jaar geleden dat in Antwerpen de Spaanse Furie plaatsvond, na de Tweede
Wereldoorlog de grootste historische tragedie die Antwerpen meemaakte. We herdenken dit op gepaste
wijze.
160. We dragen bij aan een evenement voor 25 jaar districten.
161. Tweemaal per jaar zetten we onze huwelijksjubilarissen in de bloemetjes op een speciale
viering in de Harmonie.
162. We organiseren een feest waar Sinjoren die dat willen hun huwelijksbeloften kunnen hernieuwen
onder de naam “Antwerpen Trouwt” op het Stadhuis.
163. Grote heraanlegprojecten (bv straten en pleinen, sport- en speelterreinen) sluiten we af
met een buurtfeest.
164. We blijven op onze evenementen extra inspanningen leveren voor het voorkomen van gehoorschade
door o.a. het gratis aanbieden en ook actief uitdelen van oordopjes, het opvolgen van het
respecteren van de wettelijke geluidsnormen, het gratis uitlenen van speciale hoofdtelefoons voor
baby’s en jonge kinderen, in onze communicatie het belang
van gehoorbescherming te benadrukken, …
Toerisme en erfgoed
Dat je in ons stadscentrum belangrijk erfgoed vindt waar veel toeristen op afkomen hoeven we niemand te vertellen. Maar ook buiten dat centrum en buiten de platgetreden paden valt er veel te ontdekken. We willen het materieel en immaterieel erfgoed uit onze verschillende wijken onder de aandacht brengen en daarbij een beroep doen op de vele enthousiaste Antwerpenaren die met veel liefde dat erfgoed koesteren. We willen ook dat de Antwerpenaar zijn eigen stad en district beter leert kennen. Want je kan ook toerist zijn in je eigen stad, er valt nog heel wat te ontdekken.
165. We zetten wijken buiten het centrum in de kijker voor een Antwerps doelpubliek. Daarmee mikken
we niet in de eerste plaats op internationaal toerisme maar wel op de brede omgeving. Verschillende
wijken buiten het stadscentrum hebben vaak een interessant architecturaal erfgoed, interessante
bezienswaardigheden of aangename maar onbekende plekken. We zorgen ervoor dat de geı̈nteresseerde
Antwerpenaar deze plekjes in zijn eigen stad kan ontdekken.
166. We betrekken buurtcomités en handelaarsverenigingen om buurten in de kijker te zetten.
167. Met digitale toepassingen worden de burgers betrokken en onze geschiedenis, erfgoed en cultuur
in de verf gezet.
168. Antwerpen kent heel wat immaterieel erfgoed, denken we maar aan de Seminiviering of andere
feesten. We ondersteunen dit bekende erfgoed en brengen het minder bekende erfgoed onder de
aandacht.
169. Wie door het district wandelt komt op veel plekken erfgoed tegen waarvan de Sinjoor of de
bezoeker van de stad niet altijd vertrouwd is met de achtergrond. Met het aanbrengen van
een eenvoudige QR-code ontsluiten we dit erfgoed.
Lokale economie, markten en foren
Zonder ondernemers heb je geen stad. Ons district kent verschillende handelskernen, die soms onder druk staan. Het beleid van het district moet uitgesproken ondernemersvriendelijk zijn. We luisteren naar de ondernemer, gaan met de ondernemer in overleg en houden rekening met winkels en horeca bij de inrichting van het openbaar domein – zowel bij de planning als tijdens de werken zelf. Voor onze markten voeren we een versterkend beleid, waarbij we in overleg met de marktkramers overleggen hoe markten terug aantrekkelijker kunnen worden gemaakt.
170. De lokale economie geeft uitstraling aan het district. Daarom ondersteunt het districtsbestuur
de handelaars. Via een middenstandsraad hebben zij een rechtstreeks forum bij het districtsbestuur.
171. Bij de heraanleg van winkelstraten zijn de handelaars het eerste aanspreekpunt.
172. Zowel bij de definitieve heraanleg als tijdens de werken wordt maximaal ingezet op de
bereikbaarheid van winkels en horeca. Met een openingsfeest wordt extra in de verf gezet dat een
winkelstraat of een horecakern in een nieuw kleedje is gestoken.
173. Er komt een sperperiode voor wegenwerken in horeca- en winkelkernen. Projecten met een
duurtijd van minder dan 9 maanden en niet-dringende herstellingswerken van beperkte duur mogen niet
worden uitgevoerd tijdens het terrasseizoen en/of koopjesperiodes.
174. In zoverre dit niet reeds op stedelijk of Vlaams niveau gebeurt, levert het district een extra
inspanning om handelaars en ondernemers wegwijs te maken in de verschillende hinderpremies die voor
hen ter beschikking staan.
175. Met de sector wordt gekeken hoe pop-up-initiatieven kunnen opgestart worden. Hiermee wordt
bijzonder ingezet op winkelstraten die een extra duwtje richting heropleving nodig hebben.
176. Een stad leeft altijd, dus ook ‘s avonds. Dit geldt zeker voor ons district. We willen dat men
ook ‘s avonds het district en zijn handelskernen kan beleven. We ondersteunen de
handelaarsverenigingen bij het opzetten van shoppingavonden.
177. Het district zet in op het coachen en begeleiden van startende ondernemers. Het doel van die
coaching moet zijn deze starters hun droom te helpen realiseren. Niet door hen het eigenlijke werk
uit handen te nemen, maar wel door de weg te wijzen en hen te begeleiden zodat ze de volgende keer
de juiste weg onmiddellijk zelf vinden.
178. Door samenwerking met lokale handelaarsverenigingen steunt het district de activiteiten en de
promotie van de middenstand. Zo wordt bijvoorbeeld gezellige kerstverlichting ondersteund.
179. Bij districtsfeesten en –evenementen wordt de lokale horeca in de organisatie van het
evenement betrokken. We gebruiken onze evenementen ook als gelegenheid waar lokale Antwerpse
specialiteiten kunnen gepromoot worden.
180. Er is een studie gedaan naar het potentieel van de verschillende markten. De resultaten worden
nu omgezet in een beleid dat onze markten maximaal moet opwaarderen. Waar mogelijk leveren we een
inspanning om verdwenen markten terug te organiseren. We kijken ook of een andere invulling of andere markttijdstippen aangewezen zijn.
181. Waar mogelijk worden markten in de markt gezet via een concessie.
182. Als district willen we onderzoeken of een permanente overdekte markt haalbaar is.
183. We helpen lokale ambachtslieden, kunstenaars, projecten en ondernemers in hun zoektocht naar
tijdelijke winkelruimtes om hun producten en diensten te presenteren en
te verkopen.
Participatie en wijkwerking
Het district Antwerpen luistert naar de burger. Bij onze grote projecten gaan we in overleg en geven we de mogelijkheid om een inbreng te hebben in de besluitvorming. We hebben daarbij vele partners, van individuele burgers over adviesraden tot buurtcomités. Ook met de Burgerbegroting geven we onze burgers een sterk instrument in handen om mee het beleid vorm te geven. Maar inspraak kan niet zonder verantwoordelijkheid. We verwachten dat de burger de mogelijkheden tot inspraak en participatie constructief gebruikt met het oog op het algemeen belang en niet enkel gericht op het particulier belang.
184. Het district treedt veelvuldig in contact met de burger. De Vliegende Colleges worden niet
meer per postcode maar per wijk of cluster van wijken georganiseerd. Om de twee maand wordt er een
wijk bezocht door het districtscollege en kunnen burgers in dialoog gaan met hun college.
185. Participatie staat of valt met een transparante en heldere communicatie. Het district zorgt
voor een duidelijke, begrijpbare en volledige communicatie over alle projecten en initiatieven waar
het district mee bezig is. We stellen de daartoe beschikbare documenten maximaal ter beschikking
aan het publiek.
186. Het district werkt nauw samen met de adviesraden die we rijk zijn: seniorenraad, jeugdraad en
sportraad. We ondersteunen deze raden ten volle en geven ze alle ruimte om hun werk te kunnen doen.
We brengen ze ook nauwer in contact met het beleid door hen aan te moedigen het werk van de
districtsraad te volgen. Ieder jaar wordt iedere adviesraad uitgenodigd om op een hoorzitting in
een Raadscommissie in dialoog te gaan met de districtsraad. Adviezen van de adviesraden worden
steeds gemotiveerd beantwoord.
187. In het district zijn vele buurtcomités actief. Deze verenigen de wijk en brengen deze tot
leven. Het district ondersteunt deze verenigingen, tegelijkertijd zijn deze een rechtstreeks
aanspreekpunt en partner voor het district.
188. Het district is het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat en wil daarom de nadruk
leggen op participatie en inspraak. De stelregel is daarbij dat inspraak moet leiden tot uitspraak.
Participatie wordt scherp gesteld. Inspraak voor burgers is resultaatgericht. Het proces van
inspraak wordt goed bewaakt. Inspraak heeft niet als functie om beleidsprocessen nodeloos lang te
rekken, wel om het beleid te versterken en tot breed gedragen beslissingen te komen.
189. Bij alle infrastructuurprojecten wordt een participatietraject in drie stappen georganiseerd,
waarbij de betrokken belanghebbenden – bewoners, handelaars, scholen…- bij iedere fase in het
ontwerpproces geı̈nformeerd en gehoord worden.
190. Bij projecten die een grondige hertekening en herorganisatie van bepaalde plekken zoals
handelskernen, pleinen, drukbezochte parken… zal waar mogelijk nog voorafgaand aan het
conceptontwerp een overleg met de betrokkenen plaatsvinden om het programma van het ontwerp reeds
mee vorm te geven.
191. Bij participatie- en inspraakprocedures wordt de burger er ook steeds op gewezen welke
mogelijkheden er zijn om zich rechtstreeks tot de districtsraad te richten, om daar van de
voorziene inspraakmogelijkheden gebruik te maken en om het proces in de betrokken
commissies te volgen.
192. Belanghebbenden worden goed geı̈nformeerd over de inspraakprocedures en het verloop van de
planning. Tegelijkertijd verwachten we van de burger dat men het inspraakproces ernstig neemt. De
particuliere vragen en verwachtingen worden steeds evenwichtig afgewogen ten opzichte van het
algemeen belang, de degelijkheid van de argumentatie gaat voor op de mediagenieke manier om eisen
kenbaar te maken.
193. Voor het district blijft de Burgerbegroting één van de belangrijkste instrumenten om de
burger aan het beleid te laten participeren. Zoals reeds in het verleden is gebeurd evalueren we de
werkwijze minstens eenmaal per bestuursperiode grondig. Hoewel representativiteit geen absolute
vereiste is streven we wel naar een maximale deelname en passen we het proces zo aan dat burgers
ook maximaal kunnen deelnemen.
194. We onderscheiden de Burgerbegroting duidelijk van de mogelijkheid om subsidies te krijgen van
het districtsfonds. Beide zijn niet inwisselbaar, hebben een andere finaliteit en ondersteunen op
een andere manier projecten van burgers. Projecten die ingediend werden bij de Burgerbegroting
komen niet in aanmerking voor het districtsfonds en omgekeerd.
195. Bij de Burgerbegroting ligt de nadruk op deelname van de burger aan het beleid. Gelet op de
belangrijke opdracht van het district inzake investering in het openbaar domein wordt minimaal 70%
van de middelen van de Burgerbegroting gereserveerd voor investeringen. Zowel bij investerings- als
exploitatiemiddelen krijgen grote projecten voorrang op kleine projecten. Grotere
infrastructuurprojecten kunnen mogelijk over meer dan één jaar worden gespreid.
196. De projecten van de Burgerbegroting dienen in lijn te liggen met het bestuursakkoord.
197. We ondersteunen initiatieven van actief burgerschap (binnen de Burgerbegroting wordt hierop
toegezien).
198. Als district moeten we erop inzetten om burgers bij te staan en te begeleiden bij de
initiatieven die ze willen nemen. Het doel van die begeleiding moet zijn om onze burgers hun droom
te helpen realiseren, niet door hen het eigenlijke werk uit hun handen te nemen, wel door de weg te
wijzen en hen te begeleiden zodat ze de volgende keer de juiste weg onmiddellijk zelf vinden. Deze
taak vertrouwen we toe aan onze buurtcoaches. Zij werken nauw samen met de experten in het district
voor de diverse districtsbevoegdheden (senioren, sport, jeugd, cultuur, …).
199. Met “Buurtboosts” en “Lente- en Herfstklaar” brengen we de Antwerpenaren terug met contact in
elkaar en laten we hen positief inzetten op een nette en aangename buurt. We ondersteunen daarbij
ook straatfeesten, speelstraten en burenbanken.
200. Het Districtsfonds wil de burgers ondersteunen in de vele initiatieven die ze nemen om hun
buurt aangenamer te maken. “Beleef je buurt” heeft als doel buurtgerichte projecten en evenementen
op te zetten, met “Buurt in Bloei” kunnen zij hun leefomgeving verder vergroenen aan de hand van bv
geveltuinen, boomvakken, groenslingers en regentonnen.
201. We ondersteunen platformen en werken samen met platformen die vrijwilligers met
diverse projecten verbindt.
Sterk bestuurd district
De burger mag verwachten dat het district op een verantwoorde en ernstige manier bestuurd wordt met het algemeen belang als doel. We besteden onze middelen zorgvuldig en leggen daarbij een sterke nadruk op investeringen. Bij onze contacten met de burger – of het nu gaat om inspraak, het verlenen van subsidies, of het organiseren van publieksevenementen staat niet de administratie maar de efficiëntie van de dienstverlening centraal.
202. Het district springt zorgvuldig om met de stadsdotatie die het district voor de werking
ontvangt. We dringen bij de stad aan een voldoende hoge dotatie te voorzien om alle taken naar
behoren te kunnen uitvoeren.
203. Een belangrijke taak voor het district is investeren in het openbaar domein, in straten,
wegen, sport- en speelterreinen, infrastructuur voor jongeren… We reserveren hiervoor voldoende
middelen zodat 70% van de stadsdotatie naar investeringen gaat. Bovenop deze voor investeringen
gereserveerde middelen kunnen nog extra middelen komen: subsidies van hogere overheden, extra
eenmalige dotaties, sociale ontwikkelingskosten…
204. We hanteren een helder en eengemaakt subsidiereglement voor het Districtsfonds. Hierin zitten
alle middelen waar jeugdverenigingen, sportverenigingen, culturele organisaties,
seniorenverenigingen, enz. beroep kunnen doen voor ondersteuning. De verstrekte middelen worden
efficiënt gecontroleerd maar zonder dat dit een administratieve overlast voor de aanvragers en
voor het district bezorgt. De burger die ondersteuning wil krijgen, heeft daarmee één uniek
aanspreek- en aanvraagpunt.
205. Om ons steentje bij te dragen aan het oplossen van de wooncrisis waken we er bij adviezen aan
de stad over dat we hoogbouw en verdichting geen strobreed in de weg leggen. Toegenomen capaciteit
is de enige oplossing voor de hoge appartementsprijzen. Ook weerhouden we ons ervan om goedbedoelde
adviezen om “betaalbaar wonen” te stimuleren op te leggen – bij een significante toename van het
aantal woningen stabiliseert de markt zichzelf.
206. Bij aankopen door het district primeert kostenefficiëntie en welbegrepen duurzaamheid.
Waar mogelijk wordt zoveel mogelijk beroep gedaan op lokale leveranciers.
207. Bij het district staat een goede dienstverlening voorop. De diensten van het district moeten
eenvoudig te raadplegen en aan te spreken zijn. Een goede opvolging van burgercontacten door alle
diensten is essentieel voor de werking van het district.
208. De districtsraad blijft het belangrijkste politieke bestuursorgaan van het district. De
werking wordt zo georganiseerd dat de burger vlot in contact kan treden met de raadsleden en op hen
een beroep kan doen om zaken aan te kaarten op de districtsraad. De werking van de raad wordt volop
ondersteund.
209. De districtsburgemeester is ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij voert in die hoedanigheid
een actief beleid om misbruiken zoals schijnhuwelijken en schijnerkenningen te voorkomen op basis
van de adviezen en instructies van de bevoegde overheden.
210. Het district neemt zijn historische districtshuis terug in gebruik.